Kennisbank

Wanneer Gebruik Je Welke Centrummaat? | Lean Green Belt

Wanneer welke centrummaat gebruiken?

Bij het analyseren van data is het belangrijk om te weten welke centrummaat het beste gebruikt kan worden om de data te beschrijven. Er zijn drie veelgebruikte centrummaten: het gemiddelde, de mediaan en de modus. Maar wanneer gebruik je welke centrummaat?

Het gemiddelde is een veelgebruikte centrummaat, maar het is niet in alle omstandigheden de beste maat. Het gemiddelde is namelijk nogal gevoelig voor extreme waarden, die het gemiddelde sterk omhoog of omlaag kunnen drijven. Dit kan resulteren in onjuiste conclusies, vooral als de extreme waarden geen toeval zijn, maar worden veroorzaakt door bijvoorbeeld meetfouten of andere onregelmatigheden.

Stel bijvoorbeeld dat je de gemiddelde lengte van Nederlandse mannen wilt weten en je hebt het volgende gemeten: 1,63 meter, 1,51 meter, 1,78 meter, 1,63 meter en 3,00 meter. Als iemand als grap heeft opgegeven dat hij 3 meter lang is, zal het gemiddelde stijgen van 170 naar 191 cm, terwijl de mediaan en de modus gewoon 163 blijven.

Daarom is de mediaan een betere keuze wanneer er extreme waarden in de dataset zitten. De mediaan is de middelste waarde wanneer alle waarden op volgorde worden gezet. Dit betekent dat extreme waarden geen invloed hebben op de mediaan.

Bij attribute data, zoals antwoordcategorieën in een vragenlijst zoals ‘volledig mee oneens’, ‘neutraal’ en ‘volledig mee eens’, is de modus de beste centrummaat. De modus is de meest voorkomende waarde in de dataset.

Kortom, bij continue data zonder extreme waarden gebruik je het gemiddelde. Als er wel extreme waarden in de dataset zitten, is de mediaan de beste centrummaat. En bij attribute data gebruik je de modus. Het kiezen van de juiste centrummaat is essentieel voor het juist interpreteren van data en het trekken van betrouwbare conclusies.

Online Lean training:
100% Lean, helemaal op jouw tempo

Veel gelezen in onze kennisbank